Heb ik u verwijderd?
Gingen mijn gedachten u te ver?
Werd mijn hart u te warm
waar het brandde, woedde,
altijd u wilde?
Dacht u dat mijn hart
blij was als ik zei:
hij is er niet?
Gedachten had ik genoeg
en tijd om in te denken,
verdenken, vervloeken:
woorden die als kwijl mijn lippen beliepen.
Werd u voor mijn vrees bevreesd?
Maar al mijn gedachten waren
niets, zijn niets, doen niets!
Niet u bent bang maar ik!
ik die denk dat u niet bent!
Laat ik u niet meer denken:
doet nu u.
--Lloyd Haft (uit De Psalmen in de bewerking van Lloyd Haft, Querido 2003; herdruk Uitgeverij Vesuvius 2011)