Als ik u prijs
is mijn hart heel,
ook waar duizend beelden
mij blijven aanstaren.
Ik groet in de richting
van uw verborgenheid,
zeg dat uw naam
licht is en waarheid:
boven alle dingen uit
blijft uw naam.
Op de dag dat ik schreide
hoorde ik in de sterkte van mijn schreeuw
uw antwoord.
Wisten zij wat ik zoek
ook koningen zouden u prijzen
en zingen van uw wegen
dat deze gloed groot is
want u laat mij levend
door benauwdheden lopen.
Ik kom op de ziende uit,
in ziens blijvende band.
Het gluren van de hekelaar
raakt mij niet,
wat mij raakt
noem ik uw hand.
--Lloyd Haft (uit De Psalmen in de bewerking van Lloyd Haft, Querido 2003; herdruk Uitgeverij Vesuvius 2011)