Omstreeks 1640 (bestaande bronnen noemen verschillende data)
publiceerde de jezuïet Manuel Dias jr. een bundel[1]
met Chinese vertalingen van passages uit de Evangelieën die in het kerkelijke
gebruik op zon- en feestdagen werden gelezen. Het was dus geen volledige
vertaling van het Nieuwe Testament, maar vermoedelijk wel voor veel Chinezen
hun eerste kennismaking met gedeeltes ervan. De bundel werd herhaaldelijk
herdrukt tot in de twintigste eeuw.
Zoals de meeste filosofische
werken uit die tijd, waren de vertalingen van Dias niet in de spreektaal
gesteld maar in de klassieke oud-Chinese schrijftaal. Voor een goed begrip van
die taal was heel wat studie vereist. Dit is één van de redenen waarom het
Evangelie in deze vorm voor Chinese lezers zeker vrij pittige lectuur zal zijn
geweest. Een andere was uiteraard de vreemde Christelijke begrippenwereld die
eruit sprak. Nog een andere kwam voort uit missiologische en beleidskwesties
binnen de roomskatholieke kerk. De vertalers hadden voortdurend te maken met
specifiek-Christelijke begrippen waarvoor in hun ‘doeltaal’, het Chinees, het
niet makkelijk was equivalenten te vinden. Vaak was er óf geen geschikt Chinees
woord anwezig, óf een Chinees woord dat ‘er veel op leek’ maar dat juist allang
in een niet-Christelijke religie, het Daoïsme of Boeddhisme, een kernbegrip van
die religie was. Wellicht het lastigste voorbeeld was het Latijnse verbum, het goddelijke ‘Woord’ waarmee
in Europese Bijbelvertalingen het Evangelie van Johannes begon. De jezuïeten in
China [2]
waren op de hoogte van de mogelijkheid om het Chinese woord Dao hiervoor te gebruiken. Vanaf de
negentiende eeuw zouden protestantse vertalers inderdaad Dao voor ‘het Woord’
gebruiken, in de twintigste eeuw hierin met kerkelijke approbatie gevolgd door
sommige katholieken – maar in de tijd van Dias wees ‘Rome’ dit nog af.[3]
‘Verbum’ moest onvertaald blijven, alleen de klank mocht in Chinese karakters
worden weergegeven. Zo ontstond de wonderlijke samenstelling wu-er-peng (dus v-er-bum), geschreven
met de drie karakters 物爾朋 die op het eerste gezicht zo ze samen al iets betekenden, dan
waarschijnlijk ongeveer ‘Iets Wat Je Vriend Is’.
Een geniale en elegante
oplossing, vind ik. Doordenkend op wu-er-peng en doorlezend in de
klassiek-Chinese vertaling van Dias (die ook uitleg bevat), kwam ik tot de
volgende Nederlandse bewerking van de eerste passage van het Evangelie van
Johannes in deze versie. (Ik heb een aantal regels om stilistische redenen
weggelaten).
Toen begonnen werd, was Iets Wat Je Vriend
Is er al.
Dit Iets Wat Je Vriend Is
was waarlijk de Hemelse Heer tegenwoordig,
wás Hemelse Heer.
’t Was waarlijk de Hemelse Heer
tegenwoordig
vóór het Beginloos Begin.
De Tienduizend Dingen zijn daardoor
gemaakt,
hierbuiten valt geen ding.
Al wat gemaakt is, bij Hem vanouds
tegenwoordig,
is enigvuldig Leven.
Dit Leven is het licht der mensen,
belichtend de duisternis,
niet door de duisternis herkend.
Het ware licht verlicht allen die in de
wereld komen.
Het woont in de wereld, maakt de wereld –
geen op de wereld die het weet.
Het komt in eigen land, het eigen volk
ontvangt het nog niet.
Allen die verwelkomend zijn naam geloven
wordt verleend te mogen worden
kinderen van een Hemelse Heer.
Iets Wat Je Vriend is
is er al dóór, is mens,
heeft bij ons zijn woning.
--Lloyd Haft
[1] Chinese titel: Shengjing
zhijie 聖經直解, ‘De
Bijbel helder uitgelegd’. Het origineel (thans public domain) kan worden geraadpleegd v.a. pagina 95 van http://zh.scribd.com/doc/75374428/%E9%99%BD%E7%91%AA%E8%AB%BE-%E8%AD%AF-1636%EF%BC%9F%E6%98%8E%E5%88%BB%E6%9C%AC-%E8%81%96%E7%B6%93%E7%9B%B4%E8%A7%A3-%E5%8D%B76-10
.
[2] Er is inmiddels een uitgebreide literatuur over de boeiende
geschiedenis van de jezuïeten en andere missionarissen die in China vanaf de
16e eeuw actief waren. Ik noem maar een paar titels: A Vision Betrayed: The Jesuits in Japan
and China , 1542-1742 van
Andrew C. Ross; Generation of Giants: The
Story of the Jesuits in China in the Last Decades of the Ming Dynasty van
George H. Dunne; Mandarijn en Astronoom,
Ferdinand Verbiest, s.j. (1623-1688) aan het hof van de Chinese Keizer van
R. A. Blondeau; Yang Tingyun, Confucian and
Christian in late Ming China: his life and thought van Nicolas Standaert.
[3] Zie mijn tweedelige artikel ‘De Dao als Logos in een Chinese vertaling van het
Nieuwe Testament’, te vinden onder het archief van dit
blog, resp. June 2011 en July 2011.