GEUL
Daar stroomt het:
waar kolk naar kolk,
wiel naar wiel doorwil,
leeg in leeg doorlengt,
lus aan lus reikt,
oor naar oor open, door-
zwijgend horend.
VAART
Van kolk naar kolk beschrijft de stroom,
laat de lijnen komen
die ontbindende verbinden,
wissende doen weten:
waar het komt
daar zal ik zien,
waar het klinkt
daar zal ik zingen:
ademend beamende
van oog tot oog.
van oog tot oog.
--Lloyd Haft