Over de Vruchtbaarheden (Proloog bij gedichten)
1. Er zijn Drie Vruchtbaarheden. Deze naam is van mij, maar wij mogen ze ook afschaduwend aanduiden met hun oud-Chinese benamingen: Hemel, Aarde, Mens.
2. Per geval weten welke der Drie aan het woord is, is onmogelijk. Alleen al daarom mogen wij niet van ‘de’ taal spreken. Want de Drie spreken telkens heel verschillend.
3. De rollen schuiven. Wie zich zelf pas Mens voelt bij het denken aan een Hemel, kan voor een ander mens de belichaming van Aarde zijn.
4. Het gaat niet aan, te denken dat één van de drie kan spreken namens de andere. Dit euvel is wel wijdverbreid. Heel vaak wordt Aarde geacht het eerste woord, het laatste woord, en alle woorden ertussen te zeggen over Hemel en Mens – ja, worden Hemel en Mens beschouwd als nog niet ingevulde woorden der Aarde. In feite is Aarde zoiets als het anker van een schip, de staart van een vlieger, het lichaam van een mens.
5. Motto (zeer vrij/radicaal naar Wenzi, jaartallen onbekend, oud-Chinees):
“Wie zich aan de Contrasterende Energieën spiegelt, krijgt het harmoniseren van Hemel en Aarde op zich. Zijn stralen voegt zich bij het hunne als een Derde Licht”.