Pages

Monday, January 7, 2013

Bosvijver (gedicht)


Moeder, wat u samenbracht
alles wat zich mij

heeft willen noemen
was mij veel,

meer dan alle toppen
van het bos rondom.

Als vissen om een drijvend korstje
vraten aan uw hart gedachten

ieder met een mond,
elk een honger.

Inwachtend, in-
dragend liep u vol.

Uw lijdens groeiden uit,
werden leden: mijn

longen uw verlangen,
nieren uit uw nood,

lippen uit uw hongerende mond,
woorden uit de lippen

die als wolken in de koele morgen kwamen.
Zo bracht ik verder wat zich in u

zocht, nergens vond:
honger het enige dat bij u bleef.

Nu alle jaren, alle ringen
weg en alle lijn verwaaid,

terug in het bos van toen,
hier aan de oude oever, denk ik

terug aan u,
hier aan u

waar moet ik u vinden anders
dan beneden,

onder in het water
dat de bomen spiegelt nog, niet meer u?

Hier aan u
hier laat ik weer,

laat ik neer wat weegt,
haakt,

hangt ons als een honger aan elkaar.

--Lloyd Haft