Pages

Thursday, November 22, 2012

Zwerftocht 2 (gedichten)



(1) BOSWANDELING


De weg ertússen –
die verbindt.

Bos links, rechts akker –
middenin is deze gang

die groeit, lengt,
nergens nog ligt.

Staande stam, liggende wortel,
geen van beide beide:

beide ben pas ik
die hier passeer,

zie, niet zeg:
want woord zal worden wet:

houdt in,
houdt tegen.

Zien is zaaien:

wat ik om mij weet zal wassen,
worden.

Waar oog op terug,
hart op terug

in overvloed zal keren:
dáár ten leste stijgt het licht

uit aarde op:
stam en stoppel samen,

alle aar in ere,
alle blad in beeld:

warm op het dampende veulen,
hier als grind in het gras.




(2) DICHTERS WEEKLACHT


Er zijn meer woorden dan er dingen zijn.
Ziedaar, hoor
daarin onze pijn.

Wij met onze lippen –
enige die zeggen kunnen,
kussen –

die altijd minder moeten dan ze kunnen,
opengaand al bijna dicht,
eenmaal dicht ten enen male.

Maar na ons,
waar we uitgebrabbeld blijven –
waar zal de naam in wonen
van het huis dat niet bestond?

--Lloyd Haft